Blocken van je haakwerk - hoe doe je dat?
Het blocken van je haakwerk zorgt ervoor dat je steken van je haakwerk gelijkmatiger worden, en het helpt bij de drapering ervan. Je haakwerk zal er dus mooier uit zien, en meer gelijk van vorm worden. Het helpt ook bij de afwerking: een naad of rand zal makkelijk kunnen worden gemaakt als het onderdeel eerst geblockt is.
Opgelet: je gebruikt dit niét om grote variaties in onderdelen weg te werken omdat je de maat verkeerd hebt berekend. Dat zal niet werken. Met blocken kun je millimeters, geen centimeters, overbruggen.
Wanneer moet je je werk blocken?
Bij het haken van kledingstukken, wil je natuurlijk dat de 2 mouwen even groot zijn. De ene keer heb je misschien een klein beetje losser of vaster gehaakt, zodat het lijkt alsof je die ene mouw niet goed aan het basispand bevestigd krijgt. Door het blocken of opspannen van je werk kun je dit voorkomen.
Je kunt de vierkantjes van je lappendeken op precies dezelfde grootte opspannen, zodat ze na het blocken exact even groot zijn.
Ook voor filethaakwerk of kant is blocken zeker nodig. Zo blijven de gaatjes in het werk mooi open staan. Een doily kan er, pas gehaakt, helemaal verfrommeld uitzien, maar na het blocken prachtig zijn.
Elk ander gehaakt plat product, zoals een deken of sjaal, heeft er baat bij Je finale eindproduct een keer mooi opspannen geeft het die professionele look, en maakt het verschil tussen een “home-made” deken en een handgemaakt deken van hoge kwaliteit.
Wat heb je nodig voor het blocken van je haakwerk?
Zorg voor voldoende roestvrijstalen (want je werk wordt nat!) spelden om je hele werkje op te kunnen spannen.
Je zal je haakwerk gaan spelden op een vlak oppervlak. Dat kan je strijkplank zijn, of een oude matras. Zorg er voor dat het oppervlak groot genoeg is om je hele werk op te leggen zonder dat het afhangt. Let wel goed op dat je oppervlak kleurvast is. Je wil natuurlijk niet dat dat rode hoeslaken vlekken op je beige sjaal maakt.
Wat ook heel goed werkt, zijn puzzelmatten voor kinderen. Er zijn ook speciale blockingmatten op de markt. Die kunnen beter tegen het vele “geprik” van de speldjes, en zijn zeker een aanrader als je vaak moet blocken.
Bij kleine werkjes kun je een zogeheten “grannyblockspanner” gebruiken. Dit is een houten plank met gaatjes, waarop je op verschillende plekken stokjes kan schroeven. Zo kun je makkelijk meerdere vierkantjes of zeshoeken tegelijk in exact dezelfde positie blocken.
Vind je het afmeten lastig, of moet je een moeilijke doily spelden? Dan kan je je haakwerk ook op ruitjes of een vooraf getekend papier leggen. Leg het papier dan onder een doorzichtig plastic.
Heb je lange rechte stukken? Dan kun je blocking wires gebruiken. Dit zijn lange, stevige pinnen die je door de rand kan rijgen. Zo hoef je heel wat minder speldjes te gebruiken, en gaat het veel sneller.
Wat je nog nodig hebt, hangt af van de manier die je gebruikt. Block je met stoom, dan heb je een stoomstrijkijzer nodig. Block je koud, dan is een plantenspuit erg handig.
Manieren om te blocken
De natte manier
Hierbij ga je eerst je haakwerk wassen met lauw water. Dat kan in de wasmachine, of met de hand. Heb je een dierlijke vezel gebruikt, dan kan je een klein beetje Eucalan toevoegen. De lanoline (wolvet) zal ervoor zorgen dat je haakwerk soepel wordt, en gemakkelijker in model valt. Als je met de machine wast, let er dan op dat je niet aan een hoog toerental zwiert.
Rol je haakwerk in een handdoek. Duw en knijp voorzichtig zoveel mogelijk vocht uit je werk. Niet wringen!
Leg je haakwerk nu op je blockmat (matras of strijkplank), met de goede kant naar beneden. Speld het werk over de hele rand vast. Gebruik zoveel speldjes als nodig is om je hele rand mooi goed te leggen (ongeveer om de 5 cm is gemiddeld). Meet de afstanden, zeker van een vierkant of rechthoek, goed na met een (lint)meter. Zo ben je zeker dat je werk mooi recht geblockt zal worden.
Laat je haakwerk nu liggen. Afhankelijk van het gebruikte garen, de temperatuur en de vochtigheidsgraad, kan dat een hele tijd duren. Heb geduld. Maak het werk pas los als het 100% droog is, anders is al je werk voor niks geweest.
De koude manier
Voor hele delicate garens die je absoluut niet kan wassen, kun je deze methode gebruiken.
Speld je haakwerk eerst op je oppervlak, net zoals je bij de vorige manier deed. Spuit daarna het haakwerk voorzichtig nat met proper, koud water. Net zo veel dat het haakwerk een beetje vochtig, maar niet kletsnat is.
Laat het ook nu lang genoeg drogen.
Met stoom
De snelste manier: met stoom.
Speld eerst je haakwerk op het oppervlak, net zoals bij de vorige manieren. Zorg ook nu dat je alle afmetingen goed nameet, zodat beide mouwen even groot zijn, of je vierkantjes mooi vierkant.
Zet je strijkijzer op “stoom”. Hou het ijzer boven je haakwerk (minimum een 3-tal cm), zet het er niét (nooit!) op. Stoom nu het hele oppervlak voorzichtig.
Laat het haakwerk liggen tot het helemaal droog en koud geworden is. Dat gaat natuurlijk een stukje sneller dan de voorgaande manieren :).