Waar moet ik mijn meerdering haken?
Wanneer je een grote platte cirkel haakt (bijvoorbeeld bij de start van een ballonbal), dan ben je misschien -net als ik- af en toe vergeten waar je nu weer precies die meerdering moest haken. Waren het er nu 12 of 13 tussen?
Wel, als je het toernummer onthoudt, dan is het heel makkelijk te onthouden. En dat toernummer, dat onthoud je natuurlijk met je toerenteller!
Hoeveel steken moeten er tussen?
Stel, je toernummer is 5. Dan haak je in de herhaling (meestal zijn dat er 6 bij een knuffel) 1, 2, 3, 4 steken. De vijfde (hetzelfde getal als het toernummer) plak je tegen zijn vorige aan. Dus dan heb je 1,2,3 en dan een meerdering 4, 5 gemaakt. Dat is perfect voor toer 5, want daar haak je *3 v, 2 v in de volgende v* x6 om aan 30 steken te komen.
Stel, je toernummer is 23. Dan haak je in de herhaling 1 tot 22 steken. De 23ste plak je dan aan de 22ste. Je hebt daardoor *21 v, 2 v in de volgende v* x6 gehaakt. Perfect!
DIt gaat voor alle toeren op. Dus ook voor toer 103, bijvoorbeeld. Al is het daar vast makkelijker markeerders op de meerderingen te zetten 😉
Het gaat OOK voor de even toeren, zoals toer 6. Alleen, als je zo haakt, krijg je een zeshoek in plaats van een cirkel. En dat wil je liever niet, natuurlijk. Daarom schranken wij de even toeren altijd, zodat de meerderingen niet boven elkaar komen te liggen.
Om dat een beetje netjes te doen, doe ik als volgt:
Stel, je toernummer is 6. Dan is de herhaling dus 1, 2, 3, 4, 5 en de 6de plakt er tegen. Maar om de toer te starten, deel ik eerst het toernummer door twee. 6 gedeeld door 2 is 3. Dus ik haak 1, 2, 3. En omdat deze toer een beetje speciaal is, krijgt hij iets extra om te beginnen. Ik zet er nog een 4de bij. 1, 2, 3 en de 4de plakt er tegen. Dat is het ENIGE dat anders is. Daarna haak je gewoon volgens het bovenstaande trucje. 1, 2, 3, 4, 5 en de 6de plakt er tegen. Aan het eind heb je dan nog een paar steken over. Die haak je gewoon af. Zo zijn je meerderingen geschrankt ten opzichte van elkaar.
Dus wat onthou je: De steek met hetzelfde nummer als de toer PLAKT tegen de vorige aan.
Bij de even toeren: Je start met het toernummer te delen door 2. Die steken haak je, en dan plak je er eentje EXTRA tegenaan. Daarna werk je verder als bij de oneven toeren.