Of hoe een hobby uit de hand liep.
Als kind leerde ik mezelf haken. Ik had het mijn mama zien doen (zij deed vooral filethaken), en vond het helemaal super. Als linkshandige kwam ik tijdens de lessen handwerk in de lagere school helaas niet zo heel veel te weten. En dus ging ik zelf uitproberen. De eerste lapjes zagen er niet uit zoals het moest zijn, maar ik deed dapper verder. Ik heb door de jaren heen eigenlijk altijd wel gehaakt en gebreid, behalve dan de periode dat ik studeerde. Toen had ik wat anders te doen ;).
In 2011 nam ik de draad weer op.
Het was het moment dat de eerste 'amigurumi', gehaakte knuffels, uit Japan kwamen overgewaaid. En ik was meteen verkocht. Na een tijdje 'mama-zijn', was ik op zoek naar ook weer terug wat Elke-zijn. En zo kwam het dat ik elke vrijdagavond, als Stephane ging voetballen, afsprak bij ons thuis met 3 vriendinnen om samen te haken. We babbelden over haken, over onze kindjes en over alles wat ons bezighield. De foto's van toen, én het mailverkeer rond die vrijdagavonden, heb ik beloofd niet te publiceren ;).
Ik bestelde altijd online. Want op die manier was ik niet afhankelijk van seizoenskleuren. Dat was hier in de lokale winkels toch vaak nog wel het geval. En ik vond dat een krokodil niet geel, niet paars, en ook niet 'bij-benadering-groen' mocht zijn. Ik denk dat dat komt door mijn opleiding als dierenarts. Een dier moest er uitzien zoals het was. Dus was elke knuffel weer een zoektocht naar de juiste kleur. Stephane was daar echter niet zo blij mee, met al dat online bestellen. En onze bankrekening eigenlijk ook niet.