Borduren van een neusje
Meestal gebruik ik veiligheidsogen en -neusjes om het snoetje van een knuffel te maken. Maar soms, om wat voor reden dan ook, wil ik het neusje borduren.
Daarvoor gebruik ik zelf bijna altijd gewoon ook haakkatoen. Als het héél dunnetjes moet zijn, kun je ook dunner katoen of borduurgaren gebruiken (al zal dat eerder voor een wimpertje of iets dergelijks zijn).
Voor het borduren van een neusje gebruik je, in tegenstelling tot bij het aannaaien van onderdelen, altijd een borduurnaald MET punt. Gebruik ook een naald die zo klein mogelijk is. Je wil immers zo fijn als je kan kunnen werken.
Het borduren is het makkelijkst als je knuffel nog niet is opgevuld. Dan trek je zeker geen vulling mee door, kun je goed corrigeren en achteraf je draadjes aan de binnenkant wegwerken.
Stap 1: Zet de contouren uit
Net zoals bij goeie make-up, of bij een schilderwerk, zet je eerst de contouren van het te borduren deeltje uit. Dat doe je met een stiksteek. Zorg er voor dat je altijd begint in een punt waar je zeker van bent en goed kan centreren. Bij een driehoekige neus is dat bijvoorbeeld het onderste puntje, omdat dat mooi in de middellijn staat.
Start dus in het puntje onderaan, en steek je haaknaald vanaf de binnenkant van je werk naar buiten.
Steek nu van buiten naar binnen naar boven, naar een ander punt. Je hebt daarmee de eerste diagonale rand gezet.
Steek daarna van binnen naar buiten horizontaal naar het derde punt.
Steek daarna terug van buiten naar binnen naar punt 2. Je hebt daarmee 2 van de 3 randjes gezet.
Nu steek je terug van binnen naar buiten naar het allereerste punt. Daarna steek je terug van buiten naar binnen naar punt 3. Daarmee heb je alle randen gezet, en kom je bovenaan in een hoek van het neusje uit.
Perfect, want zo kan je van boven naar beneden het driehoekje gaan opvullen.
Kijk voordat je met de volgende stap start, goed of het neusje op de juiste plek staat, en groot genoeg is. Als het helemaal naar je zin is, kan je verder met het inkleuren ervan.
Stap 2: Vul in
Het inkleuren van de lijntjes gebeurd streepje na streepje.
Steek je borduurnaald van binnen naar buiten in vlak onder het andere hoekje. Duw daarbij de eerste diagonale streep een klein beetje naar buiten, en steek daar waar deze lijn komt te liggen. Zo zal het straks helemaal verborgen zijn.
Steek nu weer terug van buiten naar binnen in aan de andere kant, ook weer net onder het hoekje, en onder de diagonale streep die je met de contouren hebt uitgezet.
Doe dit nu keer op keer, tot het hele vlak is opgevuld. Let er heel goed op dat je heel dicht bij de vorige streep blijft. Je mag geen enkel beetje kleur van het onderliggende vlak nog over hebben.
Probeer ook niet om achteraf nog bij op te vullen. Elke extra streep is namelijk ook dikker. Het mooiste resultaat verkrijg je als je streepje naast streepje legt. En is er eentje niet goed? Haal het dan meteen uit, en corrigeer het.
Werk zo verder tot het hele neusje is opgevuld.
Als laatste knoop je de uiteinden van je draadjes aan elkaar met een dubbele knoop. Daarna kun je ze nog wegwerken aan de binnenkant van je knuffel.