De bloksteek of strooisteek (block stitch)

De bloksteek is een steek waarbij je, de naam zegt het zelf, “blokjes” maakt. Die maak je door in een rij stokjes vasten tussen de steken te haken.

Deze steek leent zich supergoed voor subtiele kleurelementen in een dekentje, maar komt ook mooi tot zijn recht in natuurkleuren.

Hoewel je deze steek ook met één kleur kan maken, wordt er standaard voor 2 of meer kleuren gekozen. De steek komt dan het best tot zijn recht.

Soms wordt hij ook gebruikt voor pixelhaken.

Er zijn verschillende variaties op deze steek in omloop. Sommigen starten (heel gek) met de tussenkleur als opzetrij, anderen hebben dan weer een bredere boord aan de rand.

Deze is (naar mijn bescheiden mening) veruit de mooiste en meest logische variant.

Het grote nadeel van deze steek, is dat hij -zeker als je veel kleuren gebruikt- heel veel instopwerk vraagt. Je moet immers de draad telkens weer af- en aanhechten.

Gelukkig is er ook daar een trucje voor, dat je onderaan de pagina in een video kan zien.

In een diagram:

De basistechniek in een video:

Wil je graag de draad laten meelopen? Bekijk dan de video helemaal onderaan deze pagina.

In stapjes:

De eerste rij

Een bloksteek start je met een lossenketting in een veelvoud van 3 + 1. Daarna haak je 1 stokje in de 4de l vanaf de naald, en dan 1 st in elke l.

Start je liever met opzetten zonder lossenketting? Haak dan een veelvoud van 3 + 2 stokjes. 

Stop een stekenmarkeerder in je lus (zodat je ze niet per ongeluk uit kan trekken) en haal je haaknaald uit de lus.

De tweede rij

De tweede rij start je weer aan de overkant. Je keert je werk dus niét. 

Steek je haaknaald in de bovenste van de 3 l waar je de eerste rij mee bent begonnen.

Hecht daar met een halve vaste aan met de nieuwe kleur.

Haak nu één vaste in de ruimte tussen de 3 lossen en het volgende stokje.

Haak nu 2 lossen. Sla 3 stokjes over, en haak een vaste tussen het derde en 4de stokje (geteld vanaf het punt waar je nu bent).

Doe zo voort tot aan het einde van de rij: 2 lossen, 1 v tussen het derde en vierde stokje. Je laatste vaste zit tussen het voorlaatste en laatste stokje.

Hecht deze kleur volledig af.

De derde rij

Ga nu opnieuw verder met de basiskleur. Steek je haaknaald weer in de lus waar de stekenmarkeerder zit. Haak 3 lossen, en keer het werk.

Haak nu 3 stokjes in de eerste lossenboog, gevormd door de 2 lossen die je maakte tussen de vasten.

Haak in elke lossenboog 3 stokjes, tot het einde van de rij.

Haak in de bovenste van de 3 lossen waarmee je de vorige rij bent gestart, nog 1 stokje.
(Dit is trouwens ook de plek waar je daarstraks de tweede rij hebt aangehecht).

De volgende rijen

Herhaal telkens rij 2 en 3.

Je kunt de kleur van de tussenrijen (de even rijen) telkens veranderen, of altijd hetzelfde laten.

Gebruik je telkens andere kleuren? Dan kan je niet anders dan alle even rijen afhechten, en de draadjes wegwerken.

Als je deze kleur hetzelfde laat, dan kun je de draad ook meenemen, zodat je hem niet altijd hoeft af- en aan te hechten.

Hoe je dat doet, zie je op deze video: