Een vaste haken: als je ernaar kijkt, dan zie je dat er bovenaan een V-tje verschijnt, gevormd door 2 lusjes. Elk V-tje hoort bij één vaste. Als we in de vasten willen gaan haken, dan steken we de naald onder beide beentjes van het V-tje.
Soms zie je in een patroon vermeld staan: haak alleen in de achterste of alleen in de voorste lus. Dan bedoelen ze deze lusjes van de vaste. Maar meestal haak je door beide lusjes.
de voorste lus
de achterste lus
STAP 1: Steek je naald in door beide lusjes van de eerstvolgende steek.
STAP 2: Maak een omslag en kom weer terug naar voren uit beide lusjes. Je hebt nu 2 lusjes op je naald liggen.
STAP 3: Maak nog een omslag.
STAP 4: Trek de draad door beide lusjes.
Elke steek bestaat uit de 2 lusjes bovenaan, van waaruit 2 verticale streepjes vertrekken naar de steek van de vorige toer.
Zo, nu kan je een vaste haken :).