Er zijn meerdere manieren om een “bobbel” te creeëren in je haakwerk. De moessteek of de clustersteek, bijvoorbeeld, maar ook deze popcornsteek wordt regelmatig gebruikt om een verhevenheid te creeëren.
De popcornsteek wordt gevormd door 5 volledige stokjes.
Of een popcornsteek naar voren of naar achteren popt, is afhankelijk van de manier waarop je je haaknaald in het eerste stokje steekt.
Je maakt ze als volgt:
Haak 5 stokjes in dezelfde steek. Je hebt nu een soort schelpje, of waaier.
Haal je naald nu uit de lus, en steek hem weer terug in het eerste stokje. Neem nu de laatste (werk)lus weer op, en trek deze door de eerste steek. Je hebt daarmee het eerste en het laatste stokje met elkaar verbonden.