Een vierkant haken kan je doen als een lapje. Zorg dan dat het aantal rijen dat je haakt, hetzelfde is als het aantal steken dat je hebt opgezet.
Je lapje is dan bijvoorbeeld als volgt:
RIJ 1: 9 l, 1 v in de 2de l vanaf de naald. 1 l, keer het werk (8v)
RIJ 2-8: 1 v in elke v. 1 l, keer het werk (8v)
Zo’n lapje is niet altijd even mooi. Soms wil je, in een knuffel, of voor een home deco project, een ander uitzicht dan zo’n lapje.
Je kan daarom ook je vierkant in het rond haken.
Een vierkant in het rond haken: 2 manieren
Met een naad: perfect vierkant
Je kan je vierkant steeds sluiten, door na elke toer een hv te haken, en daarna 1 l. Je krijgt daarbij een perfect vierkant, en aan het einde van je toer is je vierkant ook helemaal “af”. Het nadeel van deze techniek is dat je een naad krijgt daar waar je je toer sluit.
Zonder naad: spiraalsgewijs
Je kan ook spiraalsgewijs haken. Dan haak je het patroon zonder de toer te sluiten, maar ga je gewoon verder met de volgende toer. Je krijgt dan geen naad, maar je vierkant is niet perfect vierkant: je krijgt immers telkens een verspringing in het begin van de volgende toer.
Hoe maak je een vierkant?
Wanneer 3 steken in een vaste maakt, dan krijg je een hoekje. Kort gezegd, ga je dus in elke hoek 3 vasten in 1 v haken, en tussen de hoeken haak je 1 v in elke v.
Het telpatroon ziet er als volgt uit:
Het patroon:
TOER 1: Maak een magische ring. 4 v in de ring. Sluit de toer met een hv. 1 l (4v)
Sluit je de toeren? Haak dan de eerste v in dezelfde steek als waar je je hv in hebt gedaan. Je naad loopt daardoor recht.
TOER 2: 3 v in elke v. Sluit de toer met een hv. 1 l (12v)
TOER 3: 1 v, 3 v in de volgende v. *2 v, 3 v in de volgende v*, haak van * tot * 3x, 1 v. Sluit de toer met een hv. 1 l (18v)
TOER 4: 2 v, 3 v in de volgende v. *4 v, 3 v in de volgende v*, haak van * tot * 3x. 2 v. Sluit de toer met een hv. 1 l (22v)
TOER 5: 3 v, 3 v in de volgende v. *6 v, 3 v in de volgende v*, haak van * tot * 3x. 3 v. Sluit de toer met een hv. 1 l (26v)
TOER 6: 4 v, 3 v in de volgende v. *8 v, 3 v in de volgende v*, haak van * tot * 3x. 4 v. Sluit de toer met een hv. 1 l (30v)
De toeren herhalen zich als volgt (X is het eerste getal van de vorige toer, dat verhoudt zich tot het toerenaantal als -2):
(X + 1) v, 3 v in de volgende v. *(X x2 + 2) v, 3 v in de volgende v*, haak van * tot * 3x. (X +1) v. Sluit de toer met een hv. 1 l (22v)
In de video:
Met stokjes.
Uiteraard kan je ditzelfde toepassen met stokjes. Deze kan je alleen met naad maken, omdat een stokje te hoog is om spiraalsgewijs op te gaan werken.
Je start met 12 stokjes in een magische ring, en haakt 5 st in plaats van 3 v in elke hoek.
Je patroon wordt dan:
TOER 1: Maak een magische ring. 3 l (telt mee als eerste st), 11 st in de ring. Sluit de toer met een hv in de bovenste van de 3 l. (12st)
TOER 2: 3 l, 4 st in dezelfde steek. *2 st, 5 st in de volgende st*, haak van * tot * 3x, 2 st. Sluit de toer met een hv in de bovenste van de 3 l (28st).
TOER 3: 3 l, 1 st, 5 st in het volgende st, *6 st, 5 st in het volgende st*, haak van * tot * 3x, 4 st. Sluit de toer met een hv in de bovenste van de 3 l (44st)
TOER 4 en volgende: Haak telkens 1 st tot in de middelste van de 5 st, en haak dan 5 st in deze steek.