Heb jij ook zo'n hekel aan draadjes instoppen? Gebruik dan de weversknoop.
08 december 2021 
4 min. leestijd

Heb jij ook zo'n hekel aan draadjes instoppen? Gebruik dan de weversknoop.

Als je met verschillende kleurtjes haakt, is het niet te vermijden, maar je kan jezelf al een heleboel leed besparen als je dezelfde kleur moet aanhechten omdat je bolletje op is. Draadjes instoppen kan je doen met de weversknoop.

Het is net zo’n knoopje als je soms halverwege een bolletje vindt. Je mag er gewoon overheen haken, want je ziet het toch niet meer zitten achteraf. Het zorgt er wél voor dat dat alvast 2 draadjes minder zijn om weg te werken.

Deze knoop is niet geschikt voor draden die je makkelijk “over” kan trekken. Je moet de knoop namelijk heel strak aantrekken om er voor te zorgen dat hij niet meer los kan komen. Als je niet heel hard aan de draad kan trekken zonder dat hij breekt, dan zal je alsnog de draadjes moeten instappen.

Maar meestal, en zeker bij het garen dat je voor een knuffel gebruikt, zal het geen probleem zijn.

Word je daar niet vrolijk van?

Zo doe je het:

In de praktijk zul je dit met 2 dezelfde kleuren draadjes doen, maar om het goed te laten zien, gebruikte ik 2 verschillende kleuren. Het muntkleurige draadje is de einddraad van mijn werk, het roze draadje is de nieuwe bol.

Leg het einddraadje van je haakwerk plat op de tafel. Leg er het begindraadje van de nieuwe bol evenwijdig boven. De uiteindjes “kijken” de andere kant op.

Leg nu het puntje van de nieuwe draad dwars over de oude draad.

Maak een bocht, en steek nu het begindraadje onder het einddraadje (daar waar je het net overheen hebt gelegd).

Steek het ook nog een keertje onder zichzelf. Je hebt nu een lusje gelegd.

Pak nu het draadje aan de bovenkant weer beet, en steek het eindje doorheen het lusje wat je net hebt gevormd.

Nu heb je een knoopje gevormd. Trek het alvast een beetje aan.

Nu maak je een knoopje met de einddraad van je werk, het andere eindje dus. Neem het beet, en steek het onder de nieuwe draad.

Maak een bocht en leg de draad over de nieuwe draad, en over zichzelf. Je hebt nu weer een lusje gemaakt.

Steek het eindje van deze draad nu in het lusje. Daarmee maak je een knoopje.

Je hebt dus nu 2 knoopjes op een afstandje van elkaar. Trek ze eerst al even goed aan, en trek daarna aan beide lange draden: de draad die naar je werk loopt, en de nieuwe draad. Je zal daarmee de 2 knoopjes naar elkaar toe trekken.

Als de knoopjes elkaar raken, trek je nog een keer goed door. De knoop met zo stevig als het kan zijn, om er zeker van te zijn dat hij niet los komt. Hoe harder je trekt, hoe beter.

Knip nu de 2 korte eindjes zo dicht mogelijk bij het knoopje af. Let er natuurlijk op dat je niet in de knoop knipt.

Ziezo, je hebt nu een heel fijn knoopje waar je overheen kan haken. Niemand zal het merken

In de video:

Belangrijke punten om te onthouden zijn:

  1. Kan enkel gebruikt worden om dezelfde kleur opnieuw aan te hechten. Je kan immers de locatie van knoop niet exact bepalen.
  2. Kan enkel gebruikt worden bij garens die niet te snel breken. Je  moet er immers goed aan kunnen trekken.
  3. Leg de eerste knoop met de nieuwe draad, en leg de draad er éérst overheen, en steek hem er dan onderdoor.
  4. Leg de tweede knoop met de oude draad, en steek de draad er eerst onderdoor, en dan overheen.

Vanaf nu kan je vlot draadjes instoppen in je haakwerk :).

Over de schrijver
Elke Wellens is ontwerpster, auteur, specialist in knuffels haken en bezielster van Het Haakbeest. Samen met Stephane Stiévenart wil ze graag #iedereenaandehaak.
Reactie plaatsen