Als je een driehoekje in rijen wil haken, dan start je vaak in het puntje. Je haakt dan 2 lossen, en daarna 1 v in de 2de losse vanaf de naald.
Let je niet goed op, dan heb je in plaats van een mooi puntje, en slordig lusje dat helemaal niet zo mooi spits is als jij zou willen.
Daarom deze drie tips die er voor zorgen dat jij een pérfect puntig snaveltje hebt.
Tip 1: Maak de eerste losse gewoon, en de tweede losse superstrak.
De eerste losse heb je namelijk nodig om je vaste in de maken. Die mag dus niet té strak zijn. De tweede losse fungeert als “keerlosse”. Die hoeft helemaal niet zo los te zijn, en mag je dus goed strak aantrekken. Een strak lusje zorgt voor een strak eindresultaat.
Tip 2: Steek onder beide beentjes van de losse in met je haaknaald.
Dit maakt het geheel steviger, en zorgt dat je minder “rest” overhoudt onder je eerste steek. En dat is wat je wil.
Tip 3: Trek de opzetlus na het maken van de vaste nog een keer goed aan.
Door je duim en wijsvinger tegen het knoopje van de opzetlus te zetten, en het zo omhoog te schuiven over de begindraad, kun je het geheel heel mooi aantrekken. Zo komt de knoop van de opzetlus perfect tegen de vaste aan te liggen, en heb je een strak eindresultaat.