In een spiraalsgewijs gehaakt werk, zoals wanneer je knuffels haakt, kan je… een kleurige spiraal haken.
Je gebruikt er 2 (of meerdere) kleuren voor.
Je start met het opdelen van je toeren in het aantal kleuren dat je wil gebruiken. Je kan elk aantal gebruiken, zolang het een veelvoud is van het aantal steken in het begin. Bij een magische ring van 6 kan je dus met 2, 3 of 6 kleuren werken. Ingewikkelder kan natuurlijk ook, bijvoorbeeld 2,1,2,1, maar dat leer je vanzelf eens je het basisprincipe hebt gesnapt.
Eerst maar met 2 kleuren beginnen, dus.
Toer 1: Maak een magische ring, 6 v in de ring (6v)
Deze toer deel je op in 2: dus 2 x 3 v in de magische ring.
Toer 2: 2 v in elke v (12v)
Deze toer deel je op in: 3x 2 v in de volgende v, en dat 2 keer.
Toer 3: *1 v, 2 v in de volgende v*, haak van * tot * 6x (18v)
Deze toer wordt *1 v, 2 v in de volgende v*, haak van * tot * 3x, en ook dat twee keer.
Zo kan je je toeren verder opdelen. Een toer waarbij 1 v in elke v wordt gehaakt, bijvoorbeeld hier als toer 4, wordt 2 x 9 v.
Je start met je magische ring en de eerste 3 steken in de eerste kleur. Daarna laat je deze kleur wachten, en hecht je opnieuw aan met kleur nummer 2 in de magische ring. Je haakt daar de laatste 3 steken. Nu is de eerste toer compleet.
Daarna haak je verder met kleur 2 het eerste deel van toer 2: 2 v in elk van de volgende v, en dat voor 3 steken. Ben je daarmee klaar, dan neem je de wachtende lus van de eerste kleur op, en werk je verder met de nieuwe kleur voor de rest van de toer.
De derde toer werk je voor de helft af met de oude kleur: 1 v, 2 v in de volgende v en dat 3 keer. Je neemt weer de wachtende lus op, en haakt dan nog de toer af met de nieuwe kleur.
Zo wissel je af met beide lussen, net zo lang tot je geen spiraal meer wil haken, of je haakwerk klaar is :).