1. Block je vierkantjes
Als je je vierkantjes blockt, dan zullen ze allemaal perfect dezelfde grootte zijn. Dat vergemakkelijkt het in elkaar zetten aanzienlijk. Als je je lapjes op elkaar legt, komen de steken dan precies uit.
Je werk zal er ook mooier uit komen te zien. Dat merk je het allermeest in de hoekjes van de vierkantjes. Die zullen een mooie hoek maken.
Block je de vierkantjes niet, en het grote werk pas als het helemaal in elkaar staat? Dan is het veel lastiger om die mooie hoekjes te maken. Het is daarenboven ook nog eens veel omslachtiger, want je zit met een grote lap.
Block liever alleen je vierkantjes, dan alleen het volledige eindresultaat.
(Het mooiste is natuurlijk allebei).
Hoe je dat blocken precies doet, lees je hier.
2. Gebruik telkens dezelfde kleur in de laatste toer.
Als je niet zo bedreven bent in randjes maken, en je wil het er zo netjes mogelijk uit laten zien, dan is een goede truc om de laatste toer van je vierkantjes steeds in dezelfde kleur te doen. Je kan dan met dezelfde kleur de vierkantjes in elkaar gaan zetten. Daarmee zal het “aan elkaar zet werk” sowieso minder zichtbaar zijn, dan wanneer je 2 verschillende kleuren aan elkaar moet maken.
Heb je een bonte verzameling vierkantjes? Gebruik dan een accentkleur om de lapjes te verbinden, en haak ze vast met halve vasten aan de voorkant van je werk.
3. Zorg dat de vierkantjes even groot zijn, zeker bij verschillende motieven.
Als je verschillende motieven gebruikt, dan kan het zijn dat het aantal steken niet altijd gelijk is. Het ene blokje gebruikt misschien wat meer lossen of valt wat groter uit dan het andere. Tel aan het eind even het aantal steken van elke zijkant na. Zorg er voor dat de blokjes allemaal hetzelfde aantal hebben, zodat je de steken één-op-één kan vastnaaien aan elkaar.
Meerdere motieven in een deken gebruiken, is al een beetje voor gevorderden :).
4. Leg eerst al je lapjes eens op de grond.
Superzonde is het, als je aan het eind ontdekt dat je laatste 2 vierkantjes…. dezelfde kleur hebben.
Ook al doe je het random, leg je vierkantjes éérst een keer neer op de grond en maak er een foto van. Zo ben je zeker dat je niet voor verrassingen komt te staan aan het eind.
5. Je lappendeken vastmaken.
Een lappendeken in elkaar zetten, doe je het best in banen. Je maakt eerst de banen in de lengte aan elkaar vast. Daarna verbind je ook de banen in de breedte.
Je leest er hier meer uitgebreid over.
Welke techniek je kiest, is afhankelijk van het uitzicht wat je wil bereiken.
De meest populaire mogelijkheden zijn:
- Vastnaaien met de matrassteek.
- Aan elkaar haken met (halve) vasten aan de achterkant.
- Aan elkaar haken met halve vasten aan de voorkant.