Als je van een verdwaald bolletje de woldikte wil bepalen, dan kan je de weverstechniek “wraps per inch” gebruiken. Kort gezegd geeft het het aantal “omwentelingen per inch” aan.
Die geeft vrij accuraat aan in welke categorie van dikte jouw garen valt. Daarmee weet je ook welke haaknaald je kan gebruiken. (hoewel je dat laatste ook al kan schatten door de draad in je haaknaald te houden)
Hoe doe je dat?
Je neemt je draad en draait deze losjes rond een potlood (van een gemiddelde dikte). Daarna leg je er een meetlat naast, en tel je het aantal keer dat de draad om het potlood is geslagen binnen 1 inch (dat is 2,54 cm). Dat getal is de “wraps per inch”, en geeft een dikte-indicatie aan die je bij de gewichtscodering kan gebruiken.
Dit is Catania. Je telt ongeveer 17 omwentelingen per 2,54 cm. Dat klopt helemaal met zijn woldikte nummer 2 “fine”, waarin garens zitten die een WPI van 15-18 hebben.
En dit is dan Durable Cosy. Met 8 omwentelingen heeft deze dus een WPI van 8. De woldikte valt onder de categorie “bulky” nummer 5.
Hoe klasseer je dan die draad?
Elke WPI komt overeen met een bepaalde woldikte, die kan genummerd worden van 0 (zeer fijn) tot 7 (zeer dik).
Met welke code dat dan overeenkomt, zie je hier:
Code | Haaknaald | WPI | Voorbeeld |
---|---|---|---|
0 Lace | 1-2,25 | >35 | Maxi Bonbon |
1: Superfine | 2-3,25 | 19-22 | Catania Fine |
2: Fine | 2,25-3,25 | 15-18 | Catania |
3: Light | 3,75-4,5 | 12-14 | Cosy Fine |
4: Medium | 4,5-5,5 | 9-11 | |
5: Bulky | 5-8 | 7-8 | Cosy |
6: Superbulky | 9-15 | >6 | Roma Big |
Nooit meer sukkelen dankzij de garenmeter!
Dat prullen met dat potlood en het telkens weer opzoeken van de tabel is niet zo handig. Gelukkig bestaat er een héél handige tool voor: de garenmeter.
Hij werkt volgens hetzelfde principe als hierboven, maar dan véél handiger en gemakkelijker.